"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Reflectie

Zaterdag, 8 augustus, 2020

Geschreven door: J. Sharpe
Artikel door: Johan Klein Haneveld

Niet geheel overtuigend

[Recensie] J. Sharpe is een van de populairste auteurs in het Nederlandse genrewereldje. Toen dit boek in de zomer uitkwam op Castlefest zag ik vanuit mijn kraam bij een andere uitgever de lezers ervoor in de rij staan. Ik zal eerlijk toegeven dat lichte gevoelens van jaloezie mij toen bekropen. Een blik op Hebban en Goodreads laat bovendien louter vier en vijf sterren recensies zien, waarbij de beoordelaars struikelen over de superlatieven. De auteur is “echt de Meester der Mindfucks” zegt een ervan, en een ander noemt dit boek een “mustread, waarin je ook een stukje levenles meekrijgt”. Sharpe heeft een grote schare trouwe fans, voor wie hij eigenlijk niks mis kan doen. Het voelt dan altijd een beetje alsof je een zuurpruim bent als je dat enthousiasme niet kunt delen. Over het eerdere boek Eden was ik heel positief, en Syndroom vond ik een achtbaan die steeds uit de rails dreigde te vliegen, maar er wel op bleef. Ik vergeleek de auteur zelfs al met Stephen King. Dit boek was, wellicht vanwege mijn hooggespannen verwachting, helaas een teleurstelling.

Niet dat er geen goede dingen over gezegd kunnen worden! Het idee dat eraan ten grondslag ligt is geweldig. Van het ene op het andere moment staat de zeespiegel 1700 meter hoger en een aantal individuen blijkt gestrand op de top van de Pico de Arieira op Madeira. Hoe verschillend hun achtergronden ook zijn, ze blijken allemaal een geheim met zich mee te dragen. Al snel blijkt er meer aan de hand te zijn. Met Sharpe’s verbeelding is niks mis. De ene na de andere verrassing tovert hij uit zijn hoge hoed, voor de lezer en voor de karakters, de een nog sadistischer dan de ander. Zo was een van de hoofdpersonen levend begraven (overigens goed claustrofobisch beschreven), maar als er dan mensen op pad zijn om hem te bevrijden vinden ze slechts een kuil, maar is de kist waarin hij ligt nergens te bekennen… De karakters zelf zijn ook goed uitgezocht en met oog voor details en psychologie weergegeven. Sharpe is een goed observator van individuen. Van een groepje tieners die grensoverschrijdende Youtube-video’s maken, tot een gedesillusioneerde hoteleigenaar, tot een jonge vrouw met de ziekte van Usher, waardoor ze haar gehoor en gezichtsvermogen kwijtraakt, tot een autistisch meisje dat als enige in de bijzondere omstandigheden zichzelf blijft – ze komen allemaal behoorlijk authentiek over. En ja, ik was nieuwsgierig wat er met ze ging gebeuren. Nu was de verklaring voor wat er uiteindelijk aan de hand was in mijn optiek wat cliché. Het onderstreepte echter wel Sharpe’s interesse in theologische thema’s, die ook al bleek uit zijn eerdere boeken. Ook in deze roman vindt de lezer discussies over de zin van geloof en het leven na de dood – een aspect dat ik vanwege mijn persoonlijke achtergrond zeker kan waarderen.
Helaas raakte het boek mijn aandacht een beetje kwijt. Uit gesprekken met de auteur weet ik dat hij zijn verhalen niet van tevoren uitdenkt. Hij begint met een situatie en denkt steeds als er een wending nodig is: wat zou de lezers het meest verbazen? Pas op ongeveer driekwart van de roman gaat hij nadenken over de afronding. Dan herschrijft hij het begin nog met terugwerkende kracht om de conclusie logisch te laten kloppen. Het einde moet dus nog verzonnen worden als het begin er al is. En hier zag ikzelf duidelijk de nadelen van die ongestructureerde aanpak. Vooral in het middendeel van het boek was er voor mijn gevoel veel herhaling. Karakters gingen uit elkaar, er gebeurden rare dingen en ze kwamen weer terug. Dialogen waarbij ze elkaar vertelden dat het wel een grap voor televisie moest zijn, of een natuurramp of dat ze zouden verhongeren en uitdrogen, kwamen keer op keer terug. Dat ging mij een beetje vervelen. Aan het eind had ik ook niet echt het idee dat de situatie uit het begin goed werd verklaard. Waarom het hoge waterpeil? Waarom zagen sommige karakters dat helemaal niet? Bovendien moest de auteur zelfs nog tijdreizen of in elk geval communiceren tussen twee tijden introduceren om een scene met een portofoon uit het begin van het verhaal te verklaren. Ik vond dat een zwaktebod.


Bovendien was het verhaal in principe vlot geschreven, maar vond ik het niet makkelijk lezen. Op bijna elke pagina kwam ik wel een of twee fouten tegen. Ontbrekende woorden, verkeerde tijden, meervoud of enkelvoud dat niet klopte en anglicismen (zoals ‘conditie’ voor ‘toestand’). Beschrijvingen klopten niet, zo was er iemand die keek ‘met fijngeknepen ogen’ en kwam ik “hij sloeg een kreet” tegen. Een tiener zegt “aanschouwen” in plaats van “bekijken.” Ook las ik regelmatig verkeerd geformuleerde zinnen waar ik twee keer overheen moest om te achterhalen wat er eigenlijk bedoeld werd. “Op die manier was ze altijd omringd door iemand” – één persoon kan iemand niet omringen. “Ze was maar net in staat een glimp van elkaar te kunnen onderscheiden” en “De mentale gevechten en tegenslagen die hun huwelijk was geworden …” – het is niet correct. Ik verwacht van boeken van kleine uitgevers geen perfectie en er staan ook fouten in mijn eigen werk. Gezien de hierboven al benoemde enthousiaste reacties van andere lezers zijn er genoeg die dit door de vingers kunnen zien. Mij lukte dat in dit geval helaas niet.

Nederlandse Natuurkundige Vereniging

Eerder verschenen op Hebban

Boeken van deze Auteur:

Gebroken geheugen

Syndroom

Uit de duisternis

Reflectie