"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Want dit is mijn lichaam

Zaterdag, 20 maart, 2010

Geschreven door: Renate Dorrestein
Artikel door: Daan Stoffelsen

Te nadrukkelijk ingekaderd

Ook bij het lezen van het boekenweekgeschenk van 1997 doemen de gebruikelijke ergernissen bij mij op. De personages die Renate Dorrestein in de novelle schetst, zijn in de eerste plaats zo duidelijk omschreven dat ze karikaturen benaderen. Hoofdpersonage is de brommerige, wereldberoemde kunstenaar Job, en daarnaast figureren zijn manke dochter en model Maria, zijn perfect gestroomlijnde nieuwe liefje Felicity, Maria’s perfectionistische en materialistische zoon Casper en zijn even perfectionistische, zwangere echtgenote Xandra. Het thema, dat ten tweede steeds nadrukkelijk aanwezig is, laat zich daarmee raden: de verafgoding van het ik, het fysieke en het maakbare. Maar als je dat hebt vastgesteld en er overheen bent gestapt, dan is de humor en de scherpte van Want dit is mijn lichaam zeker te waarderen.

Neem Xandra, die net voor haar verjaardag een nieuwe neus cadeau heeft gekregen van haar echtgenoot, maar al wel een perfect gebit heeft, ‘een verzameling perfecte ivoren objecten’:

‘Cadeau gekregen had zij haar gebit niet: binnenbeugels, buitenbeugels, activators en ijzeren slotjes met elastiekjes eraan hadden haar tanden en kiezen, die oorspronkelijk als kruiend ijs schots en scheef in haar mond stonden, gedurende lange jaren millimeter voor millimeter in haar onwillige kaken verplaatst.’

Haar zwangerschap en Jobs besluit de veertig jaar jongere Felicity te huwen, zetten het gezelschap van slecht bij elkaar passende karakters onder spanning; een spanning die op zijn minst drama zal opleveren. Maar dan wel drama op menselijke schaal. Xandra is zwanger, en dan ‘moet je overal op bedacht zijn’: ‘Een wieg, een buggy, een autozitje, een draagzak. Een open ruggetje, spasticiteit, het syndroom van Down. Striae, hangborsten, pigmentvlekken. Ingeknipt worden, tepelkloven, postpartumdepressie.’ Job raakt incontinent (‘Ze had van die bejaardenpampers voor hem gekocht, met godbetert een hechtstrip, die hem deed denken aan de met lijm bestreken vliegenvangers die Claudia vroeger boven de keukentafel hing.’) en van schaamte bijkans impotent, Maria klungelt door haar autorijlessen heen, Casper is obees – het moderne ongemak tekent Dorrestein als de beste.

Boekenkrant

Daar haalt ze de lach vandaan, en dat is dan ook het sterke aan Want dit is mijn lichaam. Jammer genoeg hangt dat samen met de grote makke van het boek: voor twijfel, ambiguïteit, nuance hoef je het niet te lezen. De plot heeft de voorspelbaarheid en verheffendheid van een soap opera, de Boodschap is uiterst nadrukkelijk, en de personages bezwijken onder de aangezette eigenschappen. Dorresteins stijl is er een van weinig opsmuk; een literaire variant van de klare lijn – zeg maar Kuifje-achtig, niet Robbedoes-achtig – in de tekenkunst. Maar we kunnen vaststellen dat in haar karaktertekening de lijnen zo dik zijn geworden dat er amper nog persoonlijkheid in te herkennen is.

Die overtrokkenheid, de sterk aangezette rode draden en zwart-witte lijnen, staan een grote waardering voor dit boekenweekgeschenk in de weg. Het is aardig, en geestig, en scherp, maar een geslaagde novelle, een mooi stukje literatuur is het niet.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Zeven soorten honger

Het geheim van de schrijver

Dagelijks werk

Liever horen we onszelf